Witte- of breedlipneushoorn
De witte neushoorn, ook wel breedlipneushoorn genoemd, is de grootste neushoorn en het op twee na grootste landzoogdier. De mannetjes halen een schouderhoogte van 1,80 m en een gewicht van 2300-3000 kg, de vrouwtjes hebben een schouderhoogte van 1,70 m en een gewicht van ongeveer 2000 kg. De dieren worden tussen de 3,80 en 4,20 m lang.
Een jong weegt bij de geboorte ongeveer 60 kg. De witte neushoorn heeft een lang hoofd met twee hoorns. De voorste is bijna altijd langer dan de achterste. De lengte van de hoorns loopt sterk uiteen, want de hoorn blijft het hele leven van de neushoorn doorgroeien. Jongen worden zonder hoorn geboren, na drie maanden verschijnt het eerste puntje en vervolgens groeit de hoorn met gemiddeld 7 cm per jaar. De lengte van de hoorn wordt beperkt door slijtage; neushoorns schuren hun hoorn regelmatig tegen objecten.
Ook kan de hoorn afbreken, waarna deze weer aangroeit. De langste voorste hoorn ooit gemeten was 1,58 m lang, de langste achterste hoorn 0,566 m. De hoorns bestaan uit samengeperste holle vezels van keratine (vergelijkbaar met haar en nagels) en ontstaan als uitstulping van de huid. Ze staan los op een onderliggende bobbel in de schedel, er zit dus geen bot in. Evenals alle neushoorns is de witte neushoorn zwaar gebouwd met krachtige spierbundels. Qua bouw verschilt de witte neushoorn van de zwarte door een bult op de rug, net voor de dijen, en een veel zwaardere spierbundel in de nek. Die zware spierbundel is nodig omdat het hoofd van de witte neushoorn beduidend groter is en hij zijn hoofd vaak laag houdt om te kunnen grazen.